Een dakvijver geconstrueerd op een plat dak van een gebouw, waarin hemelwater kan opgevangen worden.
De dakvijver wordt begroeid met inheemse (of ingeburgerde) oeverplanten – helofyten – via losse beworteling. De helofyten worden geteeld op kokosmatten en ook op die manier in de dakvijver ingebracht. Lavastenen als substraat zijn dus afwezig.
De dakvijver wordt uitgekleed met EPDM-rubberfolie. De hoogte van de dakvijver (30 cm) zou enerzijds voldoende moeten zijn om niet droog te vallen tijdens periodes met normale regenval en anderzijds stortbuien voldoende moeten kunnen opvangen.
De uitstroomzone wordt vrij gehouden van vegetatie. Naast een overloop, wordt er ook een beveiliging voorzien zodat het water van de dakvijver meteen kan wegstromen indien zich een lek in de dakvijver zou voordoen.
De dakvijver heeft als functie:
- Waterbuffering
- Besparing van freatisch water
- Cultuurgroen
- Waterzuivering (door helofyten en ermee geassocieerde microbiële flora)